Fiscaal bezien kun je als ondernemer maar beter aan het einde van het jaar overlijden, blijkt uit een recente uitspraak van de rechter.

De zelfstandigenaftrek van 7.280 euro is voor veel ondernemers een substantiële aftrekpost. Om te voorkomen dat iedereen deze aftrekpost claimt, heeft de wetgever het urencriterium bedacht. Alleen ondernemers die ‘substantiële werkzaamheden’ in hun bedrijf uitvoeren, mogen deze aftrekpost hanteren.

Onder ‘substantiële werkzaamheden’ verstaat de fiscus dat je in een kalenderjaar minimaal 1.225 uur in je eigen onderneming moet hebt gewerkt. De Belastingdienst kan bij een controle om bewijsmateriaal vragen.

Maar wat nu als je op jaarbasis makkelijk aan het urencriterium voldoet, maar aan het begin van het jaar overlijdt en alleen om die reden de 1.225 uur niet haalt?

Onlangs stond deze vraag centraal in een rechtszaak. De erfgename van een overleden ondernemer voerde de zelfstandigenaftrek op toen zij aangifte voor hem deed. Om het nog extra te compliceren, voerde zij de zelfstandigenaftrek uit het voorgaande jaar op. Toen maakte de ondernemer namelijk verlies.

De wet zegt dat als je de zelfstandigenaftrek in een bepaald jaar niet hebt kunnen gebruiken vanwege een verlies, je de aftrek mag meenemen naar een volgend jaar (je mag de niet-benutte zelfstandigenaftrek tot negen jaar na het verliesjaar meenemen). Dat is precies wat de erfgename deed. Maar omdat de overleden ondernemer in dat volgende jaar niet aan het urencriterium voldeed, keurde de Belastingdienst de aftrekpost toch af.

De erfgename deed nog een beroep op de hardheidsclausule. Dat is een verzoek om een uitzondering te maken, omdat letterlijke toepassing van de wet onbedoelde gevolgen heeft. Echter, alleen de minister van Financiën kan in dit geval de hardheidsclausule toepassen. Zodat de zelfstandigenaftrek volgens de rechtbank terecht door de Belastingdienst was geweigerd.

Paul van der Kwast is financieel planner en lid van de Vereniging Onafhankelijke Financieel Planners. Voor Z24 volgt hij de fiscale ontwikkelingen op de voet.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl